- 20.10.2023 /
- Interessante feiten /
- Zorg
Als je goed voor je kerststerren zorgt, kun je maandenlang genieten van een uitnodigende sfeer in huis. Hun prachtige schutbladeren, die verkrijgbaar zijn in verschillende kleuren, vormen en maten, geven elke kamer een eigen karakter en zorgen voor een knusse sfeer op grijze herfst- en winterdagen. De experts van Stars for Europe (SfE) geven je graag tips om je kerststerren gezond en sterk te houden en hun schitterende kleuren tot ver in het nieuwe jaar te behoude.
Koop planten met de beste kans op groei
De wilde vorm van onze kerststerren komt uit Mexico. In het tropische klimaat van dit Midden-Amerikaanse land groeien de planten uit tot metershoge struiken. Ze hebben hun voorkeur voor licht en warmte doorgegeven aan de moderne gecultiveerde vormen. Duisternis, tocht en kou zijn vergif voor kerststerren. Zorg er bij het kopen dus voor dat de planten op een geschikte plek staan. Kerststerren die in een donkere hoek van een winkel staan, in een tochtige entree of buiten bij temperaturen onder de 15°C verliezen hun bladeren meestal binnen een paar dagen na aankoop en sterven vaak kort daarna.
Je herkent een gezonde kerstster met de beste kans op een lang leven aan het krachtige, dichte gebladerte zonder beschadigingen en de ontluikende, geelgroene bloemen in het midden van de gekleurde schutbladeren. De grond mag niet uitgedroogd of kletsnat zijn. De experts van SfE raden ook af om glitterplanten te kopen. Hoe mooi de glitters ook zijn, ze zijn niet goed voor kerststerren of ons milieu.
Inpakken en snel naar huis
Pak je kerstster na de aankoop goed in en breng hem snel naar huis. Gespecialiseerde winkels, zoals tuincentra en kwekerijen, bieden meestal gratis inpakmateriaal aan om je planten tijdens het transport te beschermen. Maak bij buitentemperaturen onder de 15°C optimaal gebruik van dit aanbod. Zelfs bij hogere temperaturen beschermt het inpakken van kerststerren ze ook tegen tocht.
Hoe meer lagen papier je rond je plant wikkelt, hoe beter ze geïsoleerd zijn tegen de kou. Bij temperaturen onder het vriespunt moet je ook de pot inpakken, want zowel de pot als de grond bieden niet genoeg bescherming voor de gevoelige wortels. Als je je kerstster in de auto vervoert, vermijd dan een lange stop op vorstdagen. Zonder verwarming wordt het snel erg koud in een auto – en zelfs goed ingepakte planten zullen dit niet lang overleven.
Laat je plant langzaam wennen aan de nieuwe omgevingstemperatuur
Als je thuiskomt, verwijder dan snel de verpakking van je kerstster. Om de overgang van koud naar warm zo stress loos mogelijk te maken, kun je de plant het beste niet meteen naar een warme kamer verplaatsen. In een koelere, lichtere ruimte zoals de keuken of serre kan je kerstster rustig acclimatiseren. Verplaats de plant pas na een paar uur naar zijn definitieve plek.
Kies een geschikte plek
De perfecte locatie is licht, warm en beschermd tegen tocht en grote temperatuurschommelingen. Een plek vlak naast de voordeur is bijvoorbeeld niet geschikt. De ideale kamertemperatuur ligt tussen 15-22°C. In principe is er niets mis mee om je kerstster naast een goed geïsoleerd raam te zetten. Het is echter belangrijk om de plant naar een beschutte plek te verplaatsen als je de kamer gaat luchten, zodat hij geen last heeft van tocht.
Op vensterbanken beschermt een schoteltje onder de pot je plant tegen ‘koude voeten’. Kerststerren hebben het graag warm, maar niet te heet. Een plek direct naast een radiator of kachel is niet ideaal, omdat kerststerren snel reageren op te hoge temperaturen door hun bladeren af te werpen. Hoe warmer het is, hoe meer water de plant nodig heeft.
Geef regelmatig een beetje water
Kerststerren verdragen lichte droogte beter dan te veel vocht. Pas als de bovenkant van de grond is uitgedroogd, is het tijd om water te geven. De binnenkant van de kluit mag nooit uitdrogen. Het is onmogelijk om uitsluitsel te geven over hoe vaak je water moet geven. Naast de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid is bijvoorbeeld ook de grootte van de pot een belangrijke factor. Mini kerststerren in potten van 6 cm hebben vaker water nodig dan planten in potten van 12-13 cm, vanwege hun kleinere grondvolume.
Kerststerren kunnen van bovenaf, onderaf of ondergedompeld water krijgen. Gebruik bij voorkeur water op kamertemperatuur. Als je van bovenaf water geeft, geef dan om de twee tot drie dagen een kleine hoeveelheid totdat de wortelkluit gelijkmatig vochtig is zonder helemaal doorweekt te zijn. Als je van onderaf water geeft, giet het water dan in de plantenbak of schotel. De grond zal zoveel water opnemen als de kerstster nodig heeft.
Blijf water toevoegen tot de kluit doorweekt is en er vloeistof in het schoteltje achterblijft. Dompel de bijna droge kluit ongeveer één keer per week volledig onder totdat het water niet meer borrelt. Til de kerstster dan snel op, laat hem uitlekken en zet de plant terug in de plantenbak. Bij alle drie de methoden is het belangrijk om het overtollige water niet langer dan 15 minuten in de schotel of plantenbak te laten om te voorkomen dat het water blijft staan en de wortels beschadigen.